UTRECHT – De provincie Utrecht werd hard getroffen in het Rampjaar 1672. Tientallen dorpen en kastelen werden door de Fransen verwoest, er waren massale vluchtelingenstromen en veel land werd onder water gezet. Meer dan 125 erfgoedvrijwilligers, historici en geïnteresseerden waren op vrijdag 7 oktober naar de Dag van het Rampjaar in Utrecht afgereisd. De dag werd door het Platform Rampjaarherdenking georganiseerd en vond plaats in Paushuize.
Een toepasselijke locatie, want in het Rampjaar hadden de Fransen hun hoofdkwartier in Paushuize en herinnert de Luxembourg-zaal nog aan de Franse generaal. De Commissaris van de Koning mr. Hans Oosters gaf de aftrap, door in te gaan op de vraag waarom Utrecht niet meedeed met de Oude Hollandse Waterlinie. Daarna kwam historicus prof. dr. Maarten Prak aan het woord over de gevolgen van het Rampjaar voor de Republiek en in het bijzonder voor Utrecht. Was het nu afgelopen met de Gouden Eeuw?
(meer tekst onder foto)
Vervolgens was er een stamtafelgesprek met vier historici over de gevolgen van het Rampjaar voor de regio; zo werden in de Vechtstreek bijna alle kastelen verwoest door de Fransen. Het tweede stamtafelgesprek met vier marketeers ging over de vraag hoe je cultureel erfgoed bij een breed publiek kunt vermarkten.
Het thema van oktober - Maand van de Geschiedenis – is Wat een ramp! In de provincie Utrecht zijn er dan tal van exposities en culturele festivals gewijd aan het thema Rampjaar. En op 21 oktober start de NPO met een zevendelige docu-serie over het Rampjaar.
foto's: Stichting Rampjaar 1672