Coronagedenkteken onthuld

Gepubliceerd op 7 maart 2023 om 10:27

Aan het einde van de coronapandemie hebben we de stad uitgenodigd mee te denken over een coronagedenkteken. De coronaperiode heeft veel leed gebracht bij inwoners van onze gemeente. Het leed kan niet worden weggenomen, maar we kunnen er wel voor zorgen dat er een centrale plek is om te gedenken.

Burgemeester Reinie Melissant-Briene lichtte in haar toespraak de keuze voor een boom toe: ‘Een boom staat voor nieuw leven, voor groei en voor troost. De tijd die achter ons ligt vergeten we niet, maar we geven het een plek. En op die plek kunnen we gedenken en zien we dat we steeds weer sterker worden, net als de boom. We planten deze boom vandaag in de tuin van de Bannehof, samen met Rivas Zorggroep.’

(meer tekst onder de foto's)

foto's: Rivas

Mariëlle Bartholomeus, bestuurslid bij Rivas, bedankte de gemeente voor dit mooie initiatief en benadrukte wat een impact de pandemie op onze patiënten, bewoners, cliënten en medewerkers heeft gehad: "De corona pandemie is voor velen een heel moeilijke tijd geweest op zoveel verschillende manieren. Veel verdriet en verlies. En ook veel eenzaamheid, thuis, in onze woonlocaties en in het ziekenhuis. En voor onze medewerkers betekende het ook een enorm hoge werkdruk en grote betrokkenheid in een onzekere tijd. Het corona gedenkteken mag voor iedereen een plek zijn waar je je terug kunt trekken, waar je verdriet mag hebben en waar je stil mag staan bij hoe het met je gaat en wat corona voor jou heeft betekend. Met zowel de mooie, dierbare herinneringen als de verdrietige herinneringen."

Het coronagedenkteken, bestaande uit een boom, is geplant in de tuin van Woonzorgcentrum de Bannehof, in samenwerking met Rivas Zorggroep. Stadsdichter Martin Rensen heeft voor de gelegenheid een tekst voor de plaquette geschreven. De gedenkplek is toegankelijk voor alle inwoners van onze gemeente.

k𝘶𝘯𝘯𝘦𝘯 𝘸𝘪𝘫

A𝘭𝘴 𝘮𝘢𝘢𝘵𝘴𝘤𝘩𝘢𝘱𝘱𝘪𝘫

N𝘢 𝘢𝘭 𝘩𝘦𝘵 𝘷𝘦𝘳𝘥𝘳𝘪𝘦𝘵 𝘦𝘯 𝘱𝘪𝘫𝘯

O𝘯𝘴 𝘢𝘭𝘴𝘫𝘦𝘣𝘭𝘪𝘦𝘧𝘵 𝘩𝘦𝘳𝘪𝘯𝘯𝘦𝘳𝘦𝘯

H𝘰𝘦𝘷𝘦𝘦𝘭 𝘮𝘦𝘯𝘴𝘦𝘯 𝘦𝘳 𝘬𝘸𝘦𝘵𝘴𝘣𝘢𝘢𝘳 𝘻𝘪𝘫𝘯

Stadsdichter Martin Rensen bij zijn gedicht