Rotslawine-Experts onderzoeken scheuren in Vestingmuren bij Slot Loevestein

Gepubliceerd op 27 mei 2025 om 07:25

Specialisten aan de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht gaan de scheuren in de vestingwal bij de buitengracht van Slot Loevestein digitaal monitoren. Het onderzoek moet betrouwbare data leveren over de toestand van de vestingwal over een lange periode, bijvoorbeeld of de scheuren verergeren en of er een verband bestaat met periodes van droogte. Aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek wordt besloten of een restauratie van de vestingwal noodzakelijk is.

Je onderzoekt puinstromen, vallend gesteente en andere overlast in de Alpen, maar dan maakt het oer-Hollandse Slot Loevestein dankbaar gebruik van je diensten. Het overkwam de Utrechtse fysisch-geograaf Tjalling de Haas na een gezinsuitje aan de Middeleeuwse burcht. Toevallig hoorde hij van de beheerder over scheuren in de vestingwal bij de buitengracht. En dat men bezorgd was over een eventuele verergering van die scheuren. “Laten wij nou exact de juiste apparatuur hebben om dat te kunnen meten”, was de reactie van De Haas. Afgelopen april hebben De Haas en zijn collega Daniel Draebing hun precisiemeters in de muren aangebracht, waarmee ze op afstand de situatie in de gaten kunnen houden.

Betrouwbare data over langere periode

De Haas en Draebing onderzoeken aardverschuivingen, zowel ter plekke in de bergen als in hun laboratorium op de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht. Voor hun onderzoek zijn ze bijvoorbeeld geïnteresseerd in scheuren die optreden in gesteente. De omvang van die scheuren of de snelheid waarmee ze optreden kan een indicatie zijn dat er een aardverschuiving of rotslawine zal optreden. De verwering in het gesteente moet daarom goed in kaart gebracht worden. Datzelfde geldt bij verzakkingen of schuren in een muur. “Je kunt er natuurlijk wel een meetlat langsleggen, maar dan krijg je alleen een momentopname”, verduidelijkt De Haas. “Bovendien is zo’n meetlat niet nauwkeurig genoeg. Je moet ook nog eens iedere keer weer de ladder op én de gegevens met de hand invoeren. Wij kunnen de scheuren van binnenuit in kaart brengen, en niet alleen meten of ze verergeren of misschien wel krimpen, maar ook hoe snel zoiets gaat en welke omgevingsfactoren zorgen voor scheurgroei. Straks heeft Slot Loevestein dus betrouwbare data over de toestand van de vestingwal over een lange periode.”

Waterstand

De scheuren werden aan het begin van deze eeuw voor het eerst geconstateerd. De beheerders van het slot vermoeden een relatie met lage waterstanden in de Waal in tijden van droogte. Daarom worden sinds 2017 twee keer per jaar metingen verricht op verschillende plekken in de vestingmuren door het bedrijf De Bonth van Hulten. Door krimp zou de aarden wal schade kunnen oplopen, enigszins vergelijkbaar met wat er gebeurde in de extreem droge zomer van 2003, toen de veendijk bij Wilnis het begaf. “Zo dramatisch wordt het niet, want er dreigt bij ons geen overstroming, laat staan dat bezoekers hinder ondervinden van de scheuren”, vertelt Tim Schrijver, beheerder van het slot. “Maar je wilt natuurlijk wel dat zo’n icoon van onze geschiedenis mooi bewaard blijft.” Het Utrechtse onderzoek zal moeten uitwijzen of er inderdaad een verband bestaat met periodes van droogte. “Aan de hand van de uitkomsten kunnen we dan een besluit nemen over een eventuele restauratie van de vestingwal.”

Vestingwerken

Met de bouw van Slot Loevestein, gelegen aan de Waal bij het Gelderse Poederoijen (gemeente Zaltbommel), werd begonnen rond 1358. Rondom het slot zijn in de late 16e eeuw grotendeels aarden vestingwerken aangelegd. Aan de noordoostelijke zijde (de Waalkant) is deze omwalling nog eens voorzien van een gemetselde muur en het is deze muur waarin de scheuren zijn geconstateerd. Het onderzoek zal in ieder geval nog tot 2028 duren.